Terug

Clausule in testament- leidt deze wel of niet tot het nu opeisen van het erfdeel?

B.Thijssen

Mijn vader is in 2002 overleden. In 1999 heeft hij een testament laten opstellen bij een notaris. Er staat een - voor mij heel onduidelijke- regel in dit testament, waar ik nergens duidelijk toelichting op krijg - hetgeen tot zeer vervelende situaties tussen de enige andere erfgenaam en mij als enige nog levende dochter heeft geleid

Letterlijk: 'Opeisbaarheid: De aan mijn kinderen toebedeelde vorderingen zijn op grond van mijn voormelde verzorgingsverplichting uitsluitend opeisbaar in de volgende gevallen:

 

- bij overlijden van mijn echtgenote

-ingeval van haar hertrouwen

-wanneer zij in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling wordt angevraagd

-wanneer zij blijvend in een AWBZ erkende instelling wordt opgenomen. '

 

Mij enige zus is overlden, haar enige zoon ( mijn neef) en ik zijn erfgenamen. Nu is mijn moeder middels een BOPZ opgenomen in een gesloten afdeling vn een zorginstelljng en zwaar dement; de bewindvoering heb ik aangevraagd, de neef heeft verweer aangetekend. Veel zou opgelost worden, wanneer de laatse regel hierboven helder wordt! Mijn vraag aan u heeft meerder kanten. Kunt u er licht op werpen? Mijn moeder betaalt overigens sinds kort de hoge bijdrge, het eigendomshuis is nog niet verkocht. Ik zie het erg somber in, dank voor uw hulp bij voorbaat!

 

 


1 Antwoord

Antwoord van Rang Notariskantoor D L

De toelating van instellingen was destijds in de AWBZ geregeld, nu in de Wet toelating zorginstellingen. Als de zorg betaald wordt door de AWBZ, kan worden aangenomen dat de instelling erkend is. Als het verblijf in die instelling blijvend is, zouden de vorderingen van de kinderen opeisbaar zijn. Verdere informatie kunt u bij uw eigen notaris krijgen.